Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de huurtoeslag

 

Artikel 13
1
Geen huurtoeslag wordt toegekend als de rekenhuur, vermeerderd met het bedrag dat daarop eventueel krachtens artikel 5, vierde lid, in mindering wordt gebracht:
a
hoger is dan EUR 565,44 [Red: per 1 juli 2008: € 631,73] per maand als:
1
de huurder, diens partner of een van de medebewoners 23 jaar of ouder is, dan wel de woning deelt met een kind of pleegkind van de huurder, diens partner of een medebewoner of
2
de huurder, diens partner of de medebewoner jonger dan 23 jaar is, en een handicap heeftof
b
hoger is dan EUR 307,49 [Red: per 1 juli 2008: € 348,99] per maand in andere gevallen dan bedoeld onder a.
2
Het eerste lid is niet van toepassing:
a
als sprake is van overschrijding van een daar genoemd bedrag omdat voorzieningen zijn aangebracht in en rond de woning, die noodzakelijk zijn in verband met een handicap van de huurder, van diens partner of van een medebewoner;
b
als de woning geschikt en bestemd is voor de huisvesting van een huishouden van ten minste acht personen, en het huishouden van de huurder uit ten minste acht personen bestaat;
c
na overschrijding van de bedragen, genoemd in het eerste lid, als over de maand die onmiddellijk voorafging aan die overschrijding een huurtoeslag is toegekend en die overschrijding niet het gevolg is van een verhuizing naar een andere woning.
3
Als een huurtoeslag wordt toegekend met toepassing van het tweede lid, ontvangt de huurder geen huurtoeslag voor het deel van de rekenhuur dat ligt boven het maximum dat in het eerste lid is genoemd.
4
De in het eerste lid, onder a en b, genoemde bedragen worden met ingang van 1 juli van elk jaar aangepast overeenkomstig artikel 27.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •